Gisteren was zo’n dag waarop alles leek te ontsporen, terwijl er – in mijn beleving – eigenlijk niks groots aan de hand was.
En toch lag ik gisteravond volledig overprikkeld in bed.
Deed mijn hoofd pijn van de chaos.
Werd ik verdrietig van de verwarring, de spanning en het gevoel dat er een ruzie was ontstaan waar ik zelf helemaal niet in zat.
Niet omdat we niet bij elkaar passen.
Niet omdat er geen liefde is.
Maar omdat onze manieren van denken, voelen en communiceren op cruciale momenten botsen.
Ik functioneer op overzicht. Niet uit controle, maar uit noodzaak.
Als ik weet wat er gaat gebeuren, wanneer, waarom en hoe ongeveer, dan kan ik ontspannen.
Dan kan ik me voorbereiden, meebewegen, flexibel zijn.
Niet omdat ik rigide ben, maar omdat ik anders vastloop in de mist.
Wat voor een ander voelt als “een beetje vertraging” of “even iets anders tussendoor doen”, voelt voor mij als een ontbrekend puzzelstuk in een systeem waar ik op vertrouw.
En als die puzzelstukjes zich blijven opstapelen zonder dat ik ze mag zien, gaan in mijn hoofd alle blokjes rechtop staan.
Eén voor één.
Tot de structuur instort.
En ik niet meer kan denken, niet meer kan voelen, niet meer kan volgen.
Hij dacht er niet bij na en was zich er totaal niet van bewust.
Hij dacht: "Ik laat later nog wel even weten hoe het loopt".
Want hij had haast, er kwamen werkklussen tussendoor en hij had niet in de gaten dat ik het niet logisch aanvoelde dat de dag anders liep.
Maar ik had een duidelijke afspraak in mijn hoofd.
Een gezamenlijk patroon.
En wat ik terugkreeg waren: halve zinnen, onduidelijke berichten en ineens stilte.
Ik kan niet raden of aanvoelen waar de ander mee bezig is, denkt of voelt.
Een paar halve berichtjes en een paar uur van de ene onduidelijkheid in de ander rollen maakte me compleet overspoeld door verwarring.
Toen we elkaar eindelijk later in de middag zagen, kwam hij overrompeld, boos en geëmotioneerd binnen.
Omdat hij in zijn beleving een hele eigen spanningsboog had doorgemaakt, het gevoel had dat ik hem niet tegemoetkwam en hij totaal niet snapte waar de boel opeens ontplofte.
Maar ik wist van niks.
Ik zat niet in dezelfde film.
In míjn beleving had hij me verloren in onduidelijkheid.
En ik had zijn hulp nodig om weer overzicht te krijgen.
Maar hij had het gevoel dat ik hèm iets aandeed.
Ruzie? Ik had geen ruzie. Ik was kwijt.
Dat is de kern van wat vaak misgaat: ik ervaar geen conflict.
Ik ervaar verwarring.
Mijn hoofd stopt ermee als ik te veel moet raden.
Als ik de informatie mis die ik nodig heb om me veilig te voelen.
En in die overprikkeling kan ik geen emoties van een ander reguleren.
Niet omdat ik niet wil.
Maar omdat ik er letterlijk geen toegang meer toe heb.
Hij wil dan praten.
Begrip.
Wederkerigheid.
Maar ik ben bezig met overleven.
Met hergroeperen.
En dan heb ik hem nodig!
Dat hij me snapt en die veilige rust geeft.
Daarna – als het stof is neergedaald – ligt er ineens een nieuwe laag bovenop alles.
Zijn frustratie.
Zijn teleurstelling.
Zijn verdriet.
En dat zie ik dan zó scherp gebeuren, zonder dat het wordt uitgesproken.
In zijn lichaam.
In zijn blik.
In de adem tussen de zinnen.
“Er is niks,” zegt hij dan.
Maar er is wél wat.
En ik voel het, maar kan er niks mee zonder woorden.
Hersteltijd om te overleven
Na zo’n moment heb ik tijd nodig.
Geen dagdeel, maar soms dagen.
Niet om te mokken, of afstand te nemen, maar om mijn zenuwstelsel weer tot rust te brengen.
Om alles op de juiste plankjes in mijn hoofd terug te zetten.
En dat lukt niet als ik ondertussen moet meebewegen in de emoties van de ander.
En dat is zó moeilijk uit te leggen.
Tijd samen is geen hersteltijd. En dat betekent niet dat ik jou niet wil.
Ik ben vaak bang dat het raar klinkt, of kwetsend is, als ik zeg: ik heb tijd voor mezelf nodig, ook na een dag samen.
Maar tijd samen is geen hersteltijd als mijn systeem ondertussen prikkels blijft verwerken.
Hersteltijd is stilte.
Alleen-zijn.
Niks hoeven.
Pas dan kan ik echt weer landen.
Hoe leg ik uit dat ik ingewikkeld lijk, maar het eigenlijk heel eenvoudig is?
Het is zo verdrietig als iets wat simpel was en had kunnen zijn, zo ingewikkeld wordt.
Als ik wéér in de rol van ‘moeilijk’ lijk te belanden, terwijl ik alleen maar nodig had: duidelijkheid.
Een paar woorden.
Een korte uitleg.
Een beetje overzicht.
Ik weet dat het veel vraagt.
Dat het soms voelt alsof jij alleen maar moet doen wat ík nodig heb.
Maar het is geen machtsstrijd.
Het is geen onwil.
Het is overprikkeling.
Ik wil je niet van me afduwen.
Ik wil alleen weer weten waar ik ben.
En waar jij bent.
En hoe we daar samen kunnen zijn.
Tot slot: ik wil geen perfecte communicatie. Alleen veiligheid.
Ik hoef geen perfecte gesprekken.
Geen strakke afspraken of een relatie zonder frictie.
Wat ik wél nodig heb, is dat we erkennen hoe verschillend we informatie verwerken, en dat daar geen schuld bij hoeft te liggen.
Niet bij hem, niet bij mij.
Als we beiden mogen zeggen:
“Ik begrijp jou nog niet helemaal, maar ik wil het wel proberen,” dan komen we dichterbij.
Mijn hoofd wil helderheid, mijn lichaam zoekt veiligheid en mijn hart wil verbinding.
Niet op de standaard manier.
Maar wel ècht.
En dat begint met woorden.
Met kleine gebaren van duidelijkheid.
En met de moed om elkaar te blijven uitleggen wat je zelf allang voelt.
🧩
"Ik had geen ruzie.
Ik raakte alleen kwijt waar jij was, en waar ik was.
Geef me woorden, dan vind ik je terug."